Toeterweltoe

05-02-2024

Foto: pagina uit mijn zelfgemaakte "mooie woordenboek".

Een mooie woordenzoeker

Ik beken, ik ben een mooie woordenzoeker. Ik kan geen tijdschrift, flyer of krant aan mij voorbij laten gaan zonder te graven naar woordjes die een plaatsje verdienen in mijn zelf geknutselde schriftje dat als titel draagt "het mooie woordenboek". Al jaren knip en plak ik erop los. Het is een hobby waarbij mijn huisgenoten graag eens met hun ogen rollen of met hun wenkbrauwen fronsen als ik een stapel tijdschriften, kranten, een schaar en een lijmstift bovenhaal. 

Vooraleer je zelf knip- en plakkriebels krijgt, moet ik een waarschuwing uitdelen. Mooie woorden zoeken is besmettelijk! Verslavend! Frustrerend! Hoe meer je oefent, hoe meer ze te pas en te onpas opduiken. Ik omring mezelf altijd met stapels boeken: zowel in mijn auto als thuis in de slaapkamer, de woonkamer, en mijn bureau liggen er torentjes te lezen, gelezen en te koesteren op mij te wachten. Zelf gekochte boeken krijgen het zwaarst te verduren. Ik plooi ezelsoren in de hoekjes van de pagina's en markeer mooie woorden met fluo of trek er niet te missen cirkels rond. Geleende boeken, van anderen of van de bibliotheek, hou ik vanzelfsprekend intact. De mooiste woorden noteer ik dan in mijn notities op mijn smartphone. 

Japanse pareltjes

Vandaag deelde ik op instagram enkele woordpareltjes uit het boek "Kijken door de ogen van een ander" van Erin Niimi Longhurst. Het boek gaat over de Japanse kunst van compassie en neemt ons mee in de wereld van ichi-go; ichi-e (het nu kun je maar één keer ervaren); kirei (schoonheid); komorebi (het licht dat door de bomen valt); kotodama (de spirituele kracht van woorden); mono no aware (alles is vergankelijk); omoiyari (kijken door de ogen van een ander); osouji (rituele eindejaarsschoonmaak); shichi-go-san (ritueel kinderfestival); tsundoku (boeken kopen zonder ze te lezen); ukiyo (gedachtenloos vertoeven) en zakka (dankbaarheid voor het alledaagse). De post veroorzaakte een lawine aan filosofische bespiegelingen in mijn mailbox. Japan is hot, zoveel is zeker. We zijn ondertussen helemaal vertrouwd met de Marie Kondo way of life en ook sushirestaurants zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. We worden om de oren geslagen met de zoektocht naar onze ikigai (jouw bestaansreden), we leren massaal meer wabi-sabi (schoonheid van imperfectie) te omarmen en het is helemaal hip om in het weekend aan shinrin-yoku (bosbaden) te doen. Ik vind het heerlijk hoe zo'n begrippen onze taal en onze levenswijze verrijken.

West-Vlaamse pareltjes

Nog leuker vind ik woordvondsten in mijn moedertaal, het West-Vlaams. Het is de taal waarin ik voel en denk. Met wisselend succes probeer ik een gekuiste versie ervan te etaleren als ik mij in professionele contexten begeef. Thuis mag het gewoon "wuk ist" zijn, tijdens het werk vraag ik beleefd "hoe het gaat". Het voelt meteen minder echt, alsof de emoties eruit gefilterd zijn. Gelukkig zijn het niet enkel Japanse woordjes of Scandinavische trendletters zoals fika (koffie), hygge (gezelligheid) of lagom (goed genoeg) die ik terugvind in tijdschriften. Ik vind ze wel leuk om te spotten, maar mijn hart fonkelt niet als ik ze tegenkom en ik voel geen goesting om ze uit te scheuren.

Sinds een drietal weken krijg ik een lawine aan West-Vlaams woordvoer over mij heen. Helaas kan ik de woordjes niet knippen of plakken want ze verschijnen elke zondagavond op de VRT tijdens het tweede seizoen van Chantal . Maaike Cafmeyer neemt ons als inspecteur Vantomme mee naar het wijkcommissariaat in het fictieve Loveringem. Het is een heerlijk staaltje televisie voor een West-Vlaamse mooie woordenzoeker. Elke zondagavond is het smullen van "jok", "junder",  "keppe", "nink", "oes", "sjette", "stutte", "talore", "tettink", "toeternitoe", "trunte", "twoape", "wieder", "wok", "wuk", enzovoort. Het woordfeest kan niet op.

Of Chantal het voor elkaar gekregen heeft of niet, steeds vaker vind ik in tijdschriften rasechte West-Vlaamse woordjes terug. Mijn schaar en lijmstift draaien overuren. Mijn mooie woordenboek wordt een West-Vlaams koesterboek. "Keppe", "goeste" en "vernestelen" voeren mijn top drie aan. Het West-Vlaams blijkt een wonderlijke wereldtaal te zijn. Al een tiental jaar deelt de provincie West-Vlaanderen naar aanleiding van World Photo Day een reeks foto's waarop West-Vlamingen op reis in het buitenland West-Vlaamse woorden denken te herkennen. Het levert telkens een hilarische reeks op, gaande van "nunne" tot "slunce" en "veisters". De zoektocht naar mooie woorden weet te ontroeren. Vaak zijn de mooiste woorden degene waarmee we toegefluisterd werden in de wieg. Heb jij ook zo'n woorden die je koestert, die jouw hart doen glinsteren en jouw glimlach doet glunderen? Deel ze alstublieft! 

Ze doen er toe

Mooie, betekenisvolle woorden doen er toe. Ze maken het leven zalig zinvol, verdiepen onze gevoelens en verzachten onze gedachten. Vergeef me als hier dus af en toe een woordje of twee, drie West-Vlaams opduikt. Mijn spellingcorrectie is het er meestal niet mee eens, hopelijk jij wel?